Met elkaar werken we in zes Gelderse energieregio’s aan plannen voor duurzame opwekking van energie, de RES. Provincie Gelderland is in dit proces partner en medebeslisser. Vanuit onze rol en positie als middenbestuur en de daarbij behorende verantwoordelijkheden, proberen we een goede bijdrage te leveren in dit proces. Als provincie participeren we in de RES-projectorganisatie én we faciliteren de regio’s met kennis, kunde en geld. Als gedeputeerde zie ik het als mijn taak om ook de belangen in te brengen uit de andere beleidsvelden, zoals natuur en biodiversiteit. Daarnaast stimuleer ik zoveel mogelijk de verbinding binnen en tussen regio’s en met collega-bestuurders stem ik de RES en daaraan gerelateerde zaken zo goed mogelijk af.
Er is bewust gekozen voor een proces met zoveel mogelijk ruimte voor regionale inbreng. Uitgangspunten en werkwijzen verschillen daarom per regio. De Achterhoek werkt al langer aan opwekken van duurzame energie. Hiervoor is door de gemeenten het zogenaamde Ruimtelijke Ordening en Duurzame Energie (RODE)-beleid ontwikkeld. Op dit moment is zo’n 10% van het concept-RES bod (1,35 TWh) gerealiseerd. Wordt er rekening gehouden met vrijwel zekere nieuwe productie, dan loopt dit op tot ca. 30%. Een mooie eerste stap. Maar we willen meer en vooral op een betere manier.
Het bestaande RODE-beleid heeft duidelijk beperkingen. Het voorziet bijvoorbeeld nauwelijks in de borging van slimme ontwerpprincipes noch in de benodigde overheidsregie die nodig is voor optimaal gebruik van het bestaande elektriciteitsnetwerk en aanpassing ervan voor de toekomst. Netbeheerder Liander kan daardoor onvoldoende toekomstgericht investeren. Dit betekent dat het probleem van ‘netcongestie’ (netwerkcapaciteit die onvoldoende aansluit bij vraag en aanbod) blijft bestaan of zal toenemen. Het betekent ook dat de Achterhoekse energierekening onnodig hoger kan worden en het Achterhoeks landschap onnodig wordt ingezet voor infrastructuur of verrommeld. Ook de gewenste verhouding tussen zon-en windenergie (1:3) raakt uit zicht en daarmee de mogelijkheden om een efficiënte energie-infrastructuur te realiseren voor het behalen van de regionale ambities.
Ik ben daarom blij dat dat we tijdens onze bestuurlijke strategiesessie voor de RES op 11 februari jl. hebben geconstateerd dat het RODE‑beleid doorontwikkeld moet worden. Het bestaande RODE-beleid benadert de vragen te veel op lokaal niveau. Regionale sturing én solidariteit tussen gemeenten is nodig voor de landschappelijke inpassing van de productie van duurzame energie, de aansluiting op het elektriciteitsnetwerk en het op de goede wijze betrekken van de omgeving. We willen een RES met een duidelijke regionale visie op de toekomst. Dat draagt ook bij aan acceptatie van de overschakeling op duurzame energie door inwoners.
Samen d’ran dus als één Achterhoek. Op regionaal niveau!
Jan van der Meer
Gedeputeerde klimaat, energietransitie en openbaar vervoer